Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Bevestigden de Joden, en namen op zich en [48]op hun zaad, en op allen, die zich tot hen [49]vervoegen zouden, dat men het niet overtrade, dat zij [50]deze twee dagen zouden houden, naar het voorschrift derzelve, en naar den bestemden tijd derzelve, in [51]alle en ieder jaar; 48. Dat is, op hun nakomelingen. 49. Te weten, uit de heidenen, der Joden religie aannemende. Zie boven, hfdst.8 vs.17. 50. Te weten, den veertienden en den vijftienden dag der maand Adar, vs.21. 51. Hebreeuws, in alle jaar en jaar, gelijk vs.21.